Nagy
‘Relaties’ zijn voor mij wel het thema van 2015. Begin dit jaar schreef ik hier veel over in mijn scriptie voor de cursus die ik deed. De theorie kwam me goed van pas dit jaar en hielp me soms om verschillende relaties met andere mensen te begrijpen. Niet dat het daardoor altijd makkelijker werd, want relaties blijven soms lastig. Nagy, de bedenker van de contextuele therapie, gaat ervan uit dat relaties ons wel en wee bepalen, dat we in alle opzichten door relaties bepaald worden, dat relaties in welke vorm dan ook invloed hebben op onze ontwikkeling, op ons functioneren, op hoe we voelen, op onze lichamelijke gezondheid en ons sociaal functioneren. [1]
Als ik schrijf over relaties bedoel ik niet alleen een relatie tussen een man en vrouw, maar alle contacten die we hebben met andere mensen. Ik heb een relatie met God, met mijn familie, met vrienden, met kennissen, met mensen uit de kerk, met collega’s, met de buren en met de mensen die ik tegenkom op straat als ik de hond uitlaat.
Kanker en relaties
Natuurlijk zijn dit heel verschillende relaties, maar allemaal beïnvloeden ze mijn leven en hoe ik me voel. Toen ik ziek werd kregen relaties weer een andere betekenis, ze werden nog belangrijker. Het was ook heel verrassend hoe sommige relaties zich ontwikkelden. Ze werden intensiever of stelden juist teleur. De allergrootste verandering in relaties, met de meeste impact, was dit jaar dat ik er één kwijt raakte, toen mijn vader plotseling overleed.
Relaties bij kanker kunnen ook veranderen doordat mensen niet met je mee kunnen groeien. Daar komt het spreekwoord ‘in nood leer je je vrienden kennen’ vandaan. Het is alleen niet zo dat mensen geen vrienden meer willen zijn. Sommigen kunnen het gewoon niet. Kanker veranderde mijn leven zo dat het voelde alsof ik opeens een stuk meer volwassen werd. De psycholoog in het ziekenhuis noemde het ‘rijper’ worden, alleen moest ik daarbij aan fruit denken, dus ik vond het een stom woord. Maar ik begrijp het wel en kan het gelukkig accepteren dat kanker en ziekte voor sommigen echt een ‘ver van hun bed’ iets is.
Geven en ontvangen
Geven en ontvangen is ook iets wat hoort bij relaties. De ene keer geeft de een meer dan de ander en andersom, maar over langere tijd moet het in balans zijn, dan kan een relatie groeien en mooier worden.
Dit jaar was het voor mij vooral ontvangen en dat vond ik moeilijk. Ik ben hier niet goed in. Mensen die ik soms niet eens heel goed kende gingen voor me koken, of ze kwamen ons hele huis schoonmaken. Oef, wat vond ik het lastig om dat te ontvangen, zonder iets terug te kunnen doen. Geven is trouwens niet alleen praktisch. Ik was ook blij met een berichtje op Facebook of een gesprekje, want niet iedereen heeft de mogelijkheid om te komen helpen.
Vorige week herinnerde iemand me eraan dat je ook geven kunt door te ontvangen. Ik kreeg ’s middags een mail, of ik ’s avonds nasi wilde eten. Dan zou hij wat extra voor ons maken. Ik aanvaarde het aanbod, dat vond ik al heel goed van mezelf. Bij het ophalen bedankte ik natuurlijk wel drie keer, waarop de ander zei ‘bedankt dat je het wilt aannemen’ en ik voelde opeens dat het echt was. Hij was gewoon blij iets voor ons te kunnen doen. Dit is nu zo’n verassende relatie van het afgelopen jaar.
Verbinden
Alles wat ik over relaties hoorde op de cursus vond ik erg boeiend en leerzaam en ik hoop dat ik er soms iets van kan uitdelen naar anderen. Of dat ik anderen kan helpen dichter bij elkaar te komen. Maar ik ben een amateur en het is een keer faliekant mislukt. Ik bemoeide me met een relatie tussen vrienden en belande ongewild in een discussie die me niet eens interesseerde en ik kreeg ook nog allerlei verwijten naar mijn hoofd! Daar had ik eigenlijk de energie niet voor en ik had spijt als haar op mijn hoofd (ja, toen had ik alweer een beetje haar) dat ik me ermee had bemoeid.
Heel mooi was dit jaar, dat ik me ergens mee bemoeide, nadat ik God vroeg wat ik moest doen. Daardoor kwamen twee hele goede vrienden bij elkaar die al jaren geen contact meer hadden en een heel goed gesprek hadden samen. Kort daarna zijn ze beide, een week na elkaar overleden, één van hen was mijn vader. Ondanks het gemis ben ik blij dat deze vriendschap goed kwam, al was nog maar voor even.
[1] Gerrie Reijersen van Buuren – ‘Verlangen naar erkenning’