Er sporten veel oudere mensen in ‘mijn’ medische fitness-groep. Eén van hen (laat ik hem Jan noemen) is zelfs negentig jaar oud! Vier jaar sport ik in deze groep, dus ik ken iedereen een beetje. De ruimte is er niet erg groot. Vaak schuif ik de mini-trampoline en andere wat verder aan de kant, omdat ik bang ben dat er iemand valt. Vorig jaar viel een lieve oude vrouw (80+) van een krukje en dat vond ik zo sneu.
Vanmorgen zat ik op een home-trainer bij de fitness en de oude meneer Jan stond op de loopband. Hij stónd er niet alleen op, hij liep er nog snel op ook. Op stand vijfenhalf stond het ding zag ik. Dat vind ik stoer op die leeftijd. Ook doet hij oefeningen waarbij hij op een matje op de grond ligt. Hij heeft ook een mobiele telefoon, waarop hij me van de zomer liet zien wat de weersverwachting was voor die week.
Terwijl ik even later op een krukje zit uit te puffen, hoor ik een harde bons. Ik zie Jan vlak naast mij op de grond vallen, met zijn achterhoofd op de grond. Het ging hard, ik schrok en de tranen stonden in mijn ogen. Ik baalde, waarom valt die man nu? Ook vanmorgen had ik nog iets aan de kant geschoven en nu struikelde hij gewoon over het matje waar hij op ging oefenen. De fysio was er meteen bij. Ik hielp hem en hij vroeg me een arts te roepen.
Beneden tikte ik op het ruitje van de doktersassistente en zei: “boven bij de fitness is een oude meneer heel hard gevallen op zijn hoofd”. Ze keek mij vragend aan en vroeg toen wie de huisarts van deze meneer is. “Weet ik veel” antwoordde ik een beetje geïrriteerd en zei “is dat van belang dan”? Blijkbaar, want de dokters waren bezig en die kon zij niet zomaar storen.
Natuurlijk kun je die storen voor Jan, dacht ik, maar een discussie was nu niet handig. Dus ik liep naar de andere kant, waar de administratie van de fysio’s is. Daar kenden ze Jan. Iemand liep meteen naar boven om te helpen en aan ander ging gelukkig op zoek naar een huisarts. Ik haalde boven nog mijn handdoek en waterfles en keek snel even bij Jan. Hij zag er niet zo goed uit en vanmiddag appte iemand dat hij met een ambulance naar het ziekenhuis moest.
Ik ’trek’ dit soort dingen niet zo goed. Dat heb ik altijd al gehad. Het verschil met vroeger en nu is, dat ik nu begrijp waardoor het komt en ik het zelf oké vind. De negen bezoekjes het afgelopen half jaar bij de therapeut zijn in ieder geval niet voor niets geweest.
Heel zielig is dat.
Heftig hoor He Leen! Ik zou me ontzettend machteloos voelen… Hoe gaat het nu met de beste man? En met jou?
Hoe het gaat met de man weet ik niet. Als ik weer ga sporten zal ik het vast wel horen.
Met mij gaat het wel goed hoor. Gister zat het wel steeds in mijn hoofd.